In het begin van een relatie is alles relatief eenvoudig – gesprekken verlopen moeiteloos, je hebt geen ruzie en nooit een meningsverschil over welke Netflix-serie op tv mag. Een tijdje gaat dat helemaal goed, maar dan… things get real.
Relaties hebben de neiging om nooit de rechte weg te volgen. Onderweg krijg je te maken met obstakels die overwonnen moeten worden, heuvels die het tempo versnellen en vertragen, maar ook met kansen om een afslag te nemen. Maar met goede communicatie zijn veel van deze hindernissen te overmeesteren. Zonder problemen, zonder al te veel moeite. Maar als de communicatie er niet is, dan kun je zomaar de weg kwijtraken.
Zinnen die niemand in een relatie wil horen
Als het gaat om het onderhouden van een relatie, is er een groot verschil tussen praten en daadwerkelijk communiceren. Want je kunt met elkaar praten, maar nooit communiceren. En als dat te vaak gebeurt ontstaan de spanningen, wrok en misschien zelfs eerste breuken.
Wat wil jij?
"Iedereen heeft het over zichzelf, maar wat wil JIJ? Stel deze 999 vragen aan jezelf: kijk vooruit, spreek wensen uit, vraag feedback, geef jezelf cijfers."
Het zijn bovendien niet alleen de regelrechte beledigingen die je relatie kunnen schaden. Zelfs de onschuldige dingen die je (onbewust) tegen elkaar zegt, kunnen later grote problemen veroorzaken. Dit zijn 31 dingen die je beter niet kunt zeggen tegen je partner.
1. “Ik kan niet op je rekenen.”
Als je dit zegt, dan geef je aan dat er iets fundamenteel mis is met de relatie. Terwijl je het eigenlijk misschien alleen hebt over de situatie waar je nu mee zit.
2. “Jij… altijd…”
Beschuldigend, zonder feedback. Het maakt het moeilijk voor je partner om te proberen iets anders te doen, omdat het toch niet wordt opgemerkt als deze het wél doet zoals je het wilt.
3. “Ik hou niet (meer) van je.”
Het is verleidelijk om dit te zeggen tijdens een verhitte ruzie. Maar zelfs als je het niet meent, is het een zin die je nooit kunt terugnemen.
4. “Waarom doe je nooit…?
Door deze zin uit te spreken, ongeacht hoe je de zin afmaakt, geef je al direct aan dat de ander iets fout doet. Vooral ‘nooit’ is een woord die je beter nooit kunt gebruiken. Je partner vragen waarom ze iets niet doen waarvan je zou willen dat ze het deden, zal ze er niet toe aanzetten het te doen.
5. “Mijn ex deed dat zo goed.”
Vergelijkingen met een ex? Nooit een goed idee. Het zal alleen maar onzekerheid opleveren bij je partner.
6. “Hou je stil.”
Er gaat meestal wat aan vooraf wanneer je dit uitspreekt. Als je stopt met praten, dan ben je gestopt met communiceren.
7. “Ik zou willen dat je wat meer verdiende.”
Deze simpele boodschap kan eenvoudig worden geïnterpreteerd als: ‘Je bent niet goed genoeg voor mij’. Geld is een gevoelig onderwerp. Vooral als de één meer verdient dan de ander.
8. “Kan me niet schelen wat jij ervan vindt.”
Het tegenovergestelde van liefde is niet haat, maar onverschilligheid. Dat je tijdens een ruzie zegt ‘dat het je niet kan schelen’ is daarmee hetzelfde als niet liefhebben. Het is zowel kwetsend als afwijzend.
9. “Ben je ongesteld?”
Vrouwen mogen ook hun dag niet hebben, net als mannen. Het hoeft niet meteen te betekenen dat ze middenin hun menstruatiecyclus zitten.
10. “Vind je [hem|haar] aantrekkelijker dan ik?”
Vragen zoals deze geven geen ruimte voor een eerlijk antwoord. Ze zijn onmogelijk om te beantwoorden. Als je partner ‘ja’ zegt, dan kwetsen ze jou. Als ze ‘nee’ zeggen, dan vraag je je af of ze de waarheid vertellen.
11. “We moeten praten.”
De oproep tot een gesprek dat alleen maar angst voor het onbekende oproept, terwijl je weet dat het een serieus gesprek gaat worden. “We moeten praten” is de zin die niemand wil horen in een relatie, omdat het altijd betekent dat een moeilijk gesprek zal volgen en dat het waarschijnlijk niet goed zal gaan.
12. “Ik weet dat ik zei dat ik het zou doen, maar…”
Zeggen dat je iets gaat doen – om het gesprek af te kappen – terwijl je daar geen zin in hebt? Doe het niet. Iets niet doen wat je wel zou doen, is erger dan zeggen dat je het niet wilt of kunt doen.
13. “Je bent net mijn…”
Het vergelijken van je partner met een moeder, vader, ex of iemand anders, kan best pijnlijk zijn. Dat is omdat vergelijkingen zoals deze vaak angst en woede oproepen.
14. “Je doet raar.”
Hoezo een gebrek aan empathie? Als je zegt dat je partner raar doet, dan is het raar dat je niet gevraagd hebt naar de reden erachter. En dan is het waarschijnlijk niet meer zo raar.
15. “Stop eens met zeuren.”
Wat vaak als ‘zeuren’ wordt geïnterpreteerd, is simpelweg om hulp vragen. Voor degene die je een vraag stelt is het bijzonder vervelend om te horen dat ze ‘zeuren’.
16. “Ik wil scheiden.”
Niemand in een huwelijk wil deze zin horen, zelfs niet als het duidelijk de beste keuze ooit is.
17. “Als het je niet bevalt, daar is de deur.”
Tenzij je bereid bent om á la minute afscheid te nemen van je partner, is dit een zin die je nooit mag uitspreken. Een alles-of-niets instelling maakt geen enkele manier van tegenspraak mogelijk. En dat is desastreus voor een relatie.
18. “Je bent een viezerik.”
Het kan frustrerend zijn om te zien hoe je partner steeds minder aandacht aan z’n uiterlijk en hygiëne geeft. Maar hem of haar een viezerik noemen, of een variatie daarop, is een belediging van de persoon – niet van het gedrag.
19. “Ik wil er niet over praten.”
Als je er niet over wilt praten, dan ben je ook niet bereid om problemen op te lossen.
20. “Je maakt er een drama van.”
Wat voor jou gelijkstaat als een overdreven reactie, is voor de ander misschien wel een (echte) manier om zichzelf te uiten.
21. “Maar [naam’s vriend(in)] doet altijd dit…”
Wil je je partner het gevoel geven dat hij of zij niet goed genoeg is als partner? Nee? Dan is het nooit verstandig om een vergelijking te maken tussen je eigen partner en die van anderen.
22. “Zou je dat wel opeten?”
Dat je graag zou willen zien dat je partner een aantal kilo’s afvalt, betekent niet dat je je partner mag bekritiseren met lastige vragen. Het is niet je taak om te vertellen wat ze wel of niet in hun mond mogen stoppen.
23. “Je bent te gevoelig.”
… of misschien ben jij te tactloos? Mensen vinden het vervelend om dat te horen. Het maakt ze onzeker en daardoor kunnen ze aan zichzelf gaan twijfelen, wat het alleen maar erger maakt.
24. “We zijn uit elkaar gegroeid.”
Tenzij je dit zegt tijdens het verbreken van de relatie, is het beter om deze zin nooit uit te spreken.
25. “Wat is er?” – “Niets…”
Deze directe vraag om te achterhalen wat er speelt, is voor velen reden om te blokkeren. En daarom zeggen ze vaak: ““Niets…” Terwijl er wel iets mis is. Had je nu maar een andere vraag gesteld…
26. “Het spijt me dat je je gekwetst voelt.”
Het helpt niet dat je excuses niet oprecht zijn, niet gemeend of nep. Er is namelijk een groot verschil tussen je excuses aanbieden omdat de ander zich gekwetst voelt en spijt hebben dat jij diegene hebt gekwetst.
27. “Dit is jouw schuld.”
Je partner de schuld geven is niet de manier om problemen op te lossen.
28. “Je vriend(in) ziet er goed uit.”
Sommige gedachtes kun je beter voor altijd in gedachten houden, zoals je partner vertellen dat je zijn of haar vriend(in) aantrekkelijk vindt. Zelfs als iedereen dat vindt, kun je het beter voor je houden.
29. “Je moet…”
Heeft je partner geen eigen mening? Niemand moet iets doen voor een ander. Je hoeft niets te doen, alleen omdat jij denkt dat ze dat zouden moeten doen.
30. “Ik heb een soa.”
Wat niemand van een partner wil horen, is dat deze een onlangs een soa heeft opgelopen. Want dat betekent immers vaak dat er sprake is geweest van vreemdgaan.
31. “………..”
Stilte. Complete stilte. Terwijl je zo graag wilt weten wat er aan de hand is. De stiltebehandeling is enorm kwetsend omdat je gestraft wordt voor iets, maar je weet niet wat.
Meer mensen zoals jij...
... weten niet welke liefdestaal ze spreken. En dat is niet zo gek als je helemaal niet weet dat iedereen een eigen moedertaal der liefde heeft. In ‘De vijf talen van de liefde’ ontdek je welke taal jij spreekt en nog belangrijker: hoe je daarmee je liefdesleven verbetert. Verhelderend, een eyeopener: kom er zelf achter waarom dit boek ‘het best beoordeelde’ relatieboek is.
